Samsara-Het Levenswiel

Tijdens mijn Kundalini Yoga Teacher- Level 1 opleiding kwam ik in aanraking met de Samsara. Het heeft me toen enorm geboeid en altijd bezig gehouden. Er is veel van te leren. Ik ging het bestuderen. Het verbaasde me wel, hoe toepasselijk het eigenlijk is. We verplaatsen ons voortduren in deze bewustzijn stadia, die in de Samsara wiel weerspiegeld zijn. Het kan nogal confronterend zijn, maar ook het duur naar bewustzijn openen. Het telkens van een nieuwe kans inzien. Vandaar wil ik graag met jullie deze kennis gaan delen.

In het boeddhisme wordt samsara vaak gedefinieerd als de eindeloze cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Of je begrijpt het misschien als de wereld van lijden en ontevredenheid (dukkha), het tegenovergestelde van nirvana, de voorwaarde om vrij te zijn van lijden en de cyclus van wedergeboorte.

In letterlijke termen betekent het Sanskrietwoord samsara  ‘doorvloeien’ of ‘passeren’. Het wordt geïllustreerd door het Wheel of Life. Het kan worden begrepen als de staat van gebondenheid door hebzucht, haat en onwetendheid, of als een sluier van illusie die de ware realiteit verbergt. In de traditionele boeddhistische filosofie zitten we vast in samsara door het ene leven na het andere totdat we ontwaken vinden door verlichting.

De beste definitie van samsara, en een met modernere toepasbaarheid, kan echter afkomstig zijn van de Theravada-monnik en leraar Thanissaro Bhikkhu :

“Instead of a place, it’s a process: the tendency to keep creating worlds and then moving into them.” And note that this creating and moving in doesn’t just happen once, at birth. We’re doing it all the time.”

Werelden creëren

We creëren niet alleen werelden; we creëren ook onszelf. Wij wezens zijn allemaal processen van fysieke en mentale verschijnselen. Boeddha leerde dat wat we beschouwen als ons permanente zelf, ons ego, zelfbewustzijn en persoonlijkheid, niet fundamenteel echt is. Maar het wordt voortdurend opnieuw gegenereerd op basis van eerdere voorwaarden en keuzes. Van moment tot moment werken onze lichamen, sensaties, conceptualisaties, ideeën en overtuigingen en bewustzijn samen om de illusie van een permanent, onderscheidend ‘ik’ te creëren.

Verder is onze “uiterlijke” werkelijkheid in niet geringe mate een projectie van onze “innerlijke” werkelijkheid. Wat we als realiteit beschouwen, maakt altijd een groot deel uit van onze subjectieve ervaringen van de wereld. In zekere zin leeft ieder van ons in een andere wereld die we creëren met onze gedachten en percepties. Ik vind dat het nu enorm zichtbaar is. Met alles wat er tegenwoordig zich afspeelt, leven we in verschillende realiteiten.

We kunnen wedergeboorte dus zien als iets dat van het ene leven naar het andere gebeurt en ook iets dat van moment tot moment gebeurt. In het boeddhisme is wedergeboorte of reïncarnatie niet de transmigratie van een individuele ziel naar een nieuw geboren lichaam (zoals wordt aangenomen in het hindoeïsme), maar meer als de karmische omstandigheden en effecten van het leven dat vooruitgaat in een nieuw leven. Met dit soort begrip kunnen we dit model interpreteren als dat we in ons leven vaak psychologisch ‘herboren’ zijn.

Evenzo kunnen we de Zes Rijken beschouwen als plaatsen waar we elk moment “herboren” kunnen worden. Over een dag kunnen we ze allemaal passeren. In deze modernere zin kunnen de zes rijken worden beschouwd door psychologische toestanden.

Het cruciale punt is dat het leven in samsara een proces is. Het is iets dat we nu allemaal doen, niet alleen iets dat we aan het begin van een toekomstig leven zullen doen. Hoe stoppen we?

Bevrijding van Samsara

Dit brengt ons bij de vier nobele waarheden. In feite vertellen de waarheden ons dat:

1. We creëren onze samsara;
2. Hoe we samsara creëren;
3. Dat we kunnen stoppen met het creëren van samsara;
4. De manier om te stoppen is door het achtvoudige pad te volgen.

De acht verschillende paden zijn:

– zuiver spreken

– zuiver handelen

– zuiver levensonderhoud

– zuivere concentratie

– zuivere neutraliteit

– zuivere observatie

– zuivere gedachte

– zuiver inzicht

The Twelve Links of Dependent Origination beschrijven het proces van wonen in samsara. We zien dat de eerste link avidya is , onwetendheid. Dit is onwetendheid over de leer van de Boeddha over de vier edele waarheden en ook onwetendheid over wie we zijn. Dit leidt naar de tweede schakel, samskara , die de zaden van karma bevat. Enzovoort.

We kunnen deze cyclusketen zien als iets dat aan het begin van elk nieuw leven gebeurt. Maar door een modernere psychologische lezing is het ook iets dat we de hele tijd doen. Zich hiervan bewust worden is de eerste stap naar bevrijding.

Samsara en Nirvana

Samsara staat in contrast met nirvana. Nirvana is geen plaats maar een staat die noch zijn, noch niet-zijn is.

Theravada-boeddhisme begrijpt dat samsara en nirvana tegenstellingen zijn. In het  Mahayana-boeddhisme, met de focus op de inherente Boeddhanatuur, worden samsara en nirvana echter gezien als natuurlijke manifestaties van de lege helderheid van de geest. Wanneer we ophouden met het maken van samsara, verschijnt van nature nirvana; nirvana kan dan worden gezien als de gezuiverde ware aard van samsara.

Hoe je het ook begrijpt, de boodschap is dat hoewel het ongeluk van samsara ons lot in het leven is, het mogelijk is om de redenen ervoor en de methoden om eraan te ontsnappen te begrijpen.

Hieronder een beschrijving van de zes rijken van verlangen:

De zes rijken zijn een beschrijving van het geconditioneerde bestaan, of samsara , waarin wezens worden herboren. Hoewel ze soms worden beschreven als “echte” plaatsen, worden ze tegenwoordig vaker als allegorieën gewaardeerd.

De aard van iemands bestaan ​​wordt bepaald door karma . Sommige rijken lijken aangenamer dan andere – de hemel klinkt beter dan de hel – maar ze zijn allemaal dukkha , wat betekent dat ze tijdelijk en onvolmaakt zijn. De zes rijken worden vaak geïllustreerd door de Bhava Chakra of Wheel of Life.

(Deze zes rijken zijn de rijken van de wereld van verlangen, Kamadhatu genaamd. In de oude boeddhistische kosmologie zijn er drie werelden die in totaal eenendertig rijken bevatten. Er zijn Arupyadhatu, de vormloze wereld; Rupadhatu, de wereld van vorm; en Kamadhatu, de wereld van verlangen. Of het nuttig is om iets te weten over de eenendertig rijken is een kwestie om over te debatteren, maar je zou ze in oude teksten kunnen tegenkomen.)

Houd er rekening mee dat in sommige scholen de rijken van deva’s en asura’s worden gecombineerd, waardoor er vijf in plaats van zes overblijven.

In de boeddhistische iconografie wordt in elk rijk een bodhisattva geplaatst om wezens eruit te helpen. Dit kan Avalokiteshvara zijn , bodhisattva van mededogen. Of het kan Ksitigarbha zijn , die naar alle rijken reist, maar een speciale gelofte heeft afgelegd om degenen in het helrijk te redden.

1. Deva-gati, het rijk van deva’s (goden) en hemelse wezens

In de boeddhistische traditie wordt het Deva-rijk bevolkt door goddelijke wezens die genieten van grote macht, rijkdom en een lang leven. Ze leven in pracht en geluk. Maar zelfs de deva’s worden oud en sterven. Bovendien verblinden hun voorrecht en verheven status hen voor het lijden van anderen, dus ondanks hun lange leven hebben ze geen wijsheid of mededogen. De bevoorrechte deva’s worden herboren in een van de zes rijken.

2. Asura-gati, het rijk van Asura (Titanen)

De Asura zijn sterke en krachtige wezens die soms worden afgebeeld als vijanden van de Deva. Asura wordt gekenmerkt door hun felle afgunst. Het karma van haat en jaloezie veroorzaakt wedergeboorte in het Asura-rijk.

Zhiyi (538-597), een patriarch van de Tiantai- school, beschreef de Asura als volgt: ‘Hij wilde altijd superieur zijn aan anderen, had geen geduld voor minderwaardigen en kleinerende vreemden; als een havik, hoog boven vliegend en neerkijkend op anderen en toch uiterlijke rechtvaardigheid, aanbidding, wijsheid en geloof tentoonspreid – dit verhoogt de laagste orde van goed en bewandelt de weg van de Asura’s. ” Je hebt misschien een of twee Asura gekend.

3. Preta-gati, het rijk van hongerige geesten

Hongerige geesten ( preta ) worden afgebeeld als wezens met enorme, lege magen, maar ze hebben pinhole-monden en hun nek is zo dun dat ze niet kunnen slikken. Een hongerige geest is iemand die altijd buiten zichzelf op zoek is naar het nieuwe dat het verlangen naar binnen zal stillen. Hongerige geesten worden gekenmerkt door onverzadigbare honger en verlangen. Ze worden ook geassocieerd met verslaving, obsessie en dwang.

4. Naraka-gati, het hel-rijk

Zoals de naam al doet vermoeden, is de Hell Realm de meest verschrikkelijke van de Six Realms. Helwezens hebben een korte lont; alles maakt ze boos. En de enige manier waarop helwezens omgaan met dingen die hen boos maken, is door agressie – aanvallen, aanvallen, aanvallen! Ze verdrijven iedereen die hen liefde en vriendelijkheid toont en zoeken het gezelschap van andere helwezens. Mensen, die in een slachtoffer rol hangen. Ongecontroleerde woede en agressie kunnen wedergeboorte veroorzaken in het helrijk.

5. Tiryagyoni-gati, het dierenrijk

Dierlijke wezens worden gekenmerkt door domheid, vooroordelen en zelfgenoegzaamheid. Ze leven beschut, vermijden ongemak of iets onbekends. Wedergeboorte in het dierenrijk wordt bepaald door onwetendheid. Mensen die onwetend zijn en tevreden blijven, gaan waarschijnlijk naar het dierenrijk, in de veronderstelling dat ze er nog niet zijn.

6. Manusya-gati, het menselijke rijk

Het menselijk rijk is het enige rijk van de zes waaruit wezens aan samsara kunnen ontsnappen. Verlichting is nabij in het menselijke rijk, maar slechts enkelen openen hun ogen en zien het. Wedergeboorte in het menselijke rijk wordt bepaald door passie, twijfel en verlangen.

De macht en de hoeveelheid kracht om dingen te doen, die we leven na leven verzamelen, dwingen ons er toe telkens nieuwe handelingen te doen. Het is als een wiel, dat alsmaar doordraait en niet stopt, omdat het elke keer weer wordt aangestoten. Waardoor het aangestoten wordt? Door de oorzaken, die gevolgen tot stand brengen.

Boeddha herkende precies dat: in alle levens gebeurt altijd het zelfde. En Boeddha zei: “Ik wil daarmee stoppen, leven na leven altijd achter wensen aan te jagen. Daarmee bereik je toch niets, behalve dat het telkens zo verder gaat. Het wiel van de wedergeboortes komt maar niet tot stilstand.”

Daarom heeft hij besloten, door meditatie zijn geest tot rust te brengen.

Waarom? Zodat hij sterk genoeg zou worden, om in mediatieve geest te blijven zijn. Voorbij zijn verlangens en ego te kunnen stijgen.

Zoals jullie weten, heeft Boeddha dat gehaald. Dit losbreken van de cirkel van opnieuw geboren worden noemen we verlichting. Boeddha was sterker dan deze wensen geworden, telkens weer verder te gaan met het “ik wil dit”, “ik wil dat”, “en nu wil ik dat”. Daardoor kwam het wiel tot stilstand.